Wist u dat: In de motortaal "Bromnozem" betekent: De oorspronkelijke betekenis van nozem is volgens Van Dale een onbeholpen ventje, een schaap, een jongen die net aan de rokken van z’n moeder is ontgroeid, een nozempie. Daar zou aan kunnen worden toegevoegd: en die zich van de weeromstuit tegen z’n ouders ging afzetten. Bromnozem is
een tijdsgebonden term die gebezigd werd vanaf het midden van de jaren vijftig tot het midden van de j aren zestig. Allereerst was een nozem een jongeman van rond de zeventien die zich in het uitgaansleven van de grote stad een zekere faam wist te verwerven onder soortgenoten als branieschopper. Het indruk maken op de meisjes was daarbij niet onbelangrijk. Het uiterlijk van de nozem werd geaccentueerd door een pak met strakke broekspijpen en een typisch colbert, een vetkuif met brillantine en bordeelsluipers (zie ook de foto’s van Ed van der Elsken).
Wanneer nozems op brommers verschenen, kwamen er leren jekkers, stiletto’s, kauwgom en sigaretten aan te pas. De brommers, modellen van het type buikschuiver, werden vaak getooid met vossestaarten al dan niet op een spriet achterop de brommer gemonteerd. Als brozems wisten deze jongeren uiting te geven aan hun verzet tegen ouders en gevestigde orde, maar soms terroriseerden zij stadswijken met allerlei vormen van kleine criminaliteit. Tevens ontstonden bendes van bromnozems. Hun muziek werd de opkomende Rock ’n’ Roll en niet de jazz
van studerende leeftijdsgenoten (zie Jan Hazekamp, Rondhangen als tijdverdrijf. Over het onder-elkaar-zijn van jongens en meisjes in de vrije tijd, Amsterdam 1985).